De hoofdregel is dat telemarketing is toegestaan. Indien de consument geen telemarketing wenst, dient hij dat zelf kenbaar te maken. Zo lang de consument dat niet doet, mag hij dus voor telemarketing benaderd worden. Pas nadat de consument zich heeft afgemeld, mag hij niet meer benaderd worden, tenzij sprake is van:
Telemarketinggesprekken zijn alleen toegestaan (art. 9 CTM 2012):
Volg deze scriptvoorschriften:
Een telemarketinggesprek waarom de consument zelf uitdrukkelijk heeft gevraagd.
Het is altijd toegestaan iemand te benaderen voor telemarketing indien hij daarom zelf uitdrukkelijk heeft gevraagd. Volgens de rechtspraak is van gevraagde communicatie pas sprake als uitdrukkelijk en ondubbelzinnig om communicatie is verzocht (Rb Rotterdam 21-2-2013 LJN BZ4032). Alleen in die situatie is het niet nodig om het Bel-me-niet Register te raadplegen. Volg hierbij deze scriptvoorschriften:
Een afspraak met een concreet onderwerp, datum en tijdsindicatie die de telemarketeer maakt met de consument omdat een telemarketinggesprek niet gelegen kwam.
Als een telemarketinggesprek ongelegen komt, mag de telemarketeer vragen of het gesprek op een ander tijdstip wél schikt. Maak bij een bevestigend antwoord een zo concreet mogelijke belafspraak. In het eerste gesprek hoeft de consument niet op het recht van verzet of op opname in het bel-me-niet register te worden gewezen als een concrete afspraak voor een vervolggesprek wordt gemaakt. Bij het vervolggesprek moet de consument dan alsnog op het recht van verzet en de mogelijkheid van opname in het bel-me-niet register worden geattendeerd.
Afmelden voor telemarketing kan de consument op twee manieren doen:
In het Bel-me-niet Register worden de contactgegevens opgenomen van de consument die zelf te kennen geeft dat hij geen telemarketing meer wenst.
De inschrijving in het Bel-me-niet-register betreft volgens de rechtspraak een telefoonnummer en niet een bepaalde persoon. Benader nooit consumenten via een telefoonnummer dat in het Bel-me-niet Register is ingeschreven. Hierbij gelden de volgende uitzonderingen:
Dit betreft het recht van de consument om aan de adverteerder mee te delen dat hij niet meer door/namens adverteerder voor telemarketing wordt benaderd.
Benader nooit consumenten die van dit recht gebruik hebben gemaakt. Op dit verbod geldt als enige uitzondering de gevraagde oproep.
Het systeem dat gebruikt kan worden om de consument in ieder telemarketinggesprek actief te wijzen op het Recht van verzet en het Bel-me-niet register en dat onmiddellijke opname in het Bel-me-niet register mogelijk maakt.
Het is toegestaan gebruik te maken van een IVR om de consument te wijzen op het Recht van verzet en het Bel-me-niet Register. Wijs de consument er duidelijk op dat hij zich via de IVR kan afmelden en kondig deze duidelijk aan (13 CTM 2012). Dit kan bijvoorbeeld door gebruik te maken van onderstaande voorbeeldzin: “Meneer/mevrouw [NAAM|, ik dank u hartelijk voor uw tijd. Ik wil u nog even wijzen op uw rechten in telemarketing. Als u nog even aan de lijn blijft wordt u door middel van een bandje het Recht van verzet en het Bel-me-niet register aangeboden. Prettige dag.” Voor wat betreft het Bel-me-niet Register dient de IVR te voorzien in de mogelijkheid van deeluitschrijving en totaaluitschrijving. De IVR mag niet worden doorgeschakeld naar een telefoonantwoordapparaat of voicemail systeem (7 sub b CTM 2012). Als de consument al tijdens het gesprek zelf zegt gebruik te willen maken van het Recht van verzet of inschrijving in het Bel-me-niet Register, en hij ook verklaart geen gebruik te willen maken van de IVR, moet de telemarketeer dit verzoek handmatig verwerken.
Een consument die zich heeft aangemeld voor het Bel-me-niet Register mag alleen nog benaderd worden wanneer er sprake is van een klantrelatie en de contactgegevens in dat kader verkregen zijn. Hierbij geldt dat: