In geval van van post dient zonder moeite te herkennen zijn wat reclame is en wat niet. Als de ontvanger daarvoor eerst de envelop moet openen, is volgens de vaste lijn van het College van Beroep niet voldaan aan het voorschrift van artikel 11.1 NRC . Per geval moet worden beoordeeld of de envelop voldoende informatie biedt over het feit dat het om reclame gaat. Van belang hierbij zijn:
In geen geval mag de consument door de informatie op de envelop op een verkeerd been worden gezet, bijvoorbeeld door hem de indruk te geven dat het om officiële post van de overheid gaat of om andere mededelingen die niet commercieel van aard zijn. Zo zijn in strijd met artikel 11.1 NRC geoordeeld:
Reclame via e-mail dient duidelijk als zodanig herkenbaar zijn. De herkenbaarheid zit in de combinatie van opmaak, presentatie (adresregel en onderwerp), inhoud of anderszins. (artikel 2.1 Code Email 2012).
Ook op internet dient een reclame-uiting zonder moeite als zodanig herkenbaar te zijn. Bij uitingen op een website die specifiek aan een bepaald product is gekoppeld, zal doorgaans sprake zijn van reclame. Bij een banner die specifiek naar een product verwijst ook. In geen geval mag de consument op een verkeerd been worden gezet, bijvoorbeeld door hem de indruk te geven dat het om een officieel nieuwsbericht gaat. Zo is bijvoorbeeld in strijd met artikel 11.1 NRC geoordeeld een banner met de mededeling dat zich in een genoemde plaats een belangrijk nieuwsfeit heeft voorgedaan (dossier 2011/00311). NB: Onder omstandigheden kan de uiting in dat geval ook in strijd zijn met het algemeen belang. Raadpleeg bij reclame die is gericht op kinderen Check Kinderen.
Zorg ervoor dat reclame via Social Media door opmaak en/of presentatie duidelijk als zodanig herkenbaar is. Maak, indien van toepassing, voorts melding van het feit dat de verspreider een vergoeding ontvangt. Volg bij dit alles zoveel mogelijk de instructies van artikel 3 van de Reclamecode Social Media.
Reclame in de vorm van een printuiting kan verschillende vormen hebben. Soms is het een advertentie in een krant/tijdschrift, maar soms is ook een heel tijdschrift als reclame-uiting aan te merken (zoals bijvoorbeeld de Allerhande). Van belang bij reclame in kranten/tijdschriften is de afbakening tussen stukken van zuiver redactionele aard (die geen reclame zijn) en redactionele stukken die wel reclame bevatten in de vorm van een directe aanprijzing of in de vorm van product placement. Zie ook het onderwerp advertorial onder "Specifieke thema's".
De Mediawet maakt onderscheid in het verzorgen van lineair en non-lineair televisieaanbod. Bij lineair televisieaanbod is sprake van een commerciële omroepdienst waarbij volgens een bepaald en vooraf bekend gemaakt schema wordt uitgezonden. Bij non-lineaire televisieaanbod is sprake van een commerciële omroepdienst waarbij uitsluitend op aanvraag door de ontvanger wordt uitgezonden.
Voor lineair en non-lineair televisieaanbod bevat de Mediawet een regeling die op sommige punten gedetailleerder is dan de Nederlandse Reclame Code. Raadpleeg dus voor de eisen van herkenbaarheid van reclame-uitingen in lineair en non-lineair televisieaanbod ook de Mediawet. Kort gezegd zijn de volgende bepalingen van belang.
In reclame mogen geen personen optreden die door hun deelname aan programma’s geacht kunnen worden gezag of vertrouwen te hebben bij bepaalde publieksgroepen (zie dossier 2009/00385). Verder mag op grond van artikel 11.2 NRC geen verwarring worden gewekt omtrent het karakter van de reclame-uiting. Zo mogen geen elementen uit een programma in reclame worden gebruikt indien daardoor kijkers of luisteraars worden misleid of in verwarring gebracht. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het naspelen van een consumentenprogramma in een reclame-uiting.
Het tegen betaling of soortgelijke vergoeding opnemen van of het verwijzen naar een product, dienst of (beeld)merk binnen het kader van een televisieprogramma of ander medium.
Wanneer is product placement toegestaan? Er is een bijzondere regeling voor product placement. In de artikelen 3.19a tot en met 3.19c van de Mediawet staat onder welke voorwaarden product placement is toegestaan. Het Commissariaat voor de Media houdt toezicht op deze bepalingen.(art 7.11 Mediawet) Als aan deze eisen wordt voldaan, is de reclame in de vorm van product placement voldoende als zodanig herkenbaar en is er dus geen sprake van sluikreclame. Bevoegdheid Reclame Code Commissie inzake product placement Voor zover het betreft de inhoud van de reclame-uiting die als product placement wordt aangeboden, is de Commissie bevoegd. Dan gaat het bijvoorbeeld om de vraag of de uiting misleidend is gezien de mededelingen die over het product worden gedaan in het kader van de product placement.
Maak duidelijk dat het om reclame gaat en dat deze reclame betrekking heeft op een geneesmiddel. Vermeld het woord "geneesmiddel" in de reclame. Zie artikel 12 Code Publieksreclame voor Geneesmiddelen.
Premium SMS-dienst = Eenmalige betaalde sms-dienst en/of een betaalde abonnementsdienst waarbij door middel van (short message service) berichten bepaalde informatie aan de gebruiker/ ontvanger wordt aangeboden.
Maak duidelijk dat het om reclame voor een SMS-dienst gaat. Het is niet toegestaan onduidelijkheid te scheppen over het werkelijke karakter van de reclame-uiting, namelijk het aanbieden van een SMS-dienst, bijvoorbeeld door te suggereren dat een prijs is gewonnen, een spelletje wordt gedaan of lidmaatschap of aansluiting bij een club wordt aangeboden (art. 3 lid 4 Code SMS). Bij reclame op internet voor een premium SMS-dienst wordt men aangeraden het Template Internet Aanmeldscherm te gebruiken. Deze is voorzien van de aanduiding “Advertentie” rechts bovenin het scherm.
Het planmatig en systematisch gebruik maken van een telefoongesprek om ongevraagd aan consumenten goederen, diensten of denkbeelden aan te prijzen; hieronder wordt ook verstaan het vragen van diensten.
Maak duidelijk met welk doel en namens welke organisatie het telemarketinggesprek wordt gevoerd. In ieder geval mag er geen misverstand bestaan over het feit dat het om een telemarketinggesprek gaat met een commercieel, ideëel of charitatief doel (artikel 4 lid 1 en 2 Code Telemarketing).
Bij reclame voor telefonische informatiediensten geldt dat:
Een advertorial is reclame in de vorm van een redactioneel stuk.
Advertorials zijn toegestaan, maar dienen wel zonder moeite als reclame herkenbaar te zijn. Dat kan door opmaak, presentatie, inhoud of anders. Voorkom echter onduidelijkheid en laat duidelijk blijken dat het om reclame gaat. Bij printadvertenties kan dat het beste door het woord ‘advertorial’ of ‘advertentie’ boven de publicatie te plaatsen. Als uit een artikel niet duidelijk blijkt dat een adverteerder betaald heeft voor de redactionele inhoud, is nummer 10 van de zwarte lijst overtreden. Als er niet voor de inhoud is betaald en onvoldoende blijkt dat het om een advertorial gaat, is de reclame in strijd met artikel 11.1 NRC. Zie dossier 2011/00441-I.
Een teaser is een reclame-uiting waarin niet de naam van de adverteerder staat en deze ook niet uit de uiting kan worden afgeleid.